Column: Het kost wat energie…

Toen ik mijn werk als koningshuisverslaggever begon, was Peter van der Vorst  dé royaltydeskundige van ons land. Maar langzaam maar zeker vond hij het onderwerp minder leuk. Dat had ongetwijfeld te maken met een akkefietje dat hij en Willem-Alexander hadden. Dat hij steeds minder op had met het koninklijke onderwerp, liet hij mij ook merken. Wat vind je er nou toch leuk aan? En hoe lang wil je dit nog blijven doen? Zelf verruilde hij het koningshuis voor entertainment bij RTL Boulevard, ging eigen programma’s maken en is nu uiteindelijk directeur van RTL geworden.

Zulke grote ambities heb ik eerlijk gezegd totaal niet. Ik geniet eigenlijk nog elke dag van mijn werk. Niet alleen omdat je – soms – met onze royals kunt spreken. De ene dag lukt het je een kort gesprekje met koningin Máxima te hebben, het ander moment is het juist een minister. Vorige week trof ik Micky Adriaansens, de minister van Economische Zaken, die veel met Máxima heeft samengewerkt. Leuker zijn misschien nog de gesprekken met royals die geen troon meer hebben en vrijer durven te spreken. Of juist de mensen aan de zijlijn, die het koningschap bij wijze van spreke mede mogelijk maken. Bovendien zorgt mijn werk ervoor dat je op de leukste plekken komt. Zonder ons koningspaar was ik nooit over de waddeneilanden gevlogen in een legerhelikopter. Dan had ik waarschijnlijk nooit één voet gezet in het paleis van de Turkse president en had ik ook de opgezette witte leeuwin van de Senegalese president nooit gezien. Of het opgezette fabeldier in het paleis van koningin Margrethe. Dat zijn natuurlijk allemaal uitzonderingen, want ik sta vaker in de stromende regen in een Nederlands dorp of stad waar onze koning of koningin langskomen. En ook op staatsbezoeken is het niet alleen pracht en praal, want in India stonden we ook op ons paasbest bij het borrelende, stinkende open riool van Delhi. We moesten er achteraf allemaal om lachen, maar de geur zullen we van ons leven nooit vergeten,. Maar juist die veelzijdigheid van mensen en plekken maakt het werk ook ontzettend leuk. Onlangs was ik op Paleis Noordeinde, het werkpaleis van de koning en koningin in hartje Den Haag. Niet voor een koninklijk ontvangst of prijsuitreiking, nee, ik was op Paleis Noordeinde. Letterlijk. Er bovenop! Op dit moment worden de zonnepanelen daar gelegd. In eerste instantie was het uitgesloten dat ze er zouden komen. Willem-Alexander wilde ze ook graag op Paleis Huis ten Bosch, maar dat plan is vrijwel meteen afgeschoten. Want ja, een monumentaal pand met zulke blinkend zwarte panelen, dat zou geen gezicht zijn en het idee werd al gauw weggewuifd. Op Paleis Noordeinde bleek het toch te kunnen. Via de prachtige gangen van het paleis kwam ik op een zolder en uiteindelijk op het dak, met het prachtige uitzicht over Den Haag, met zijn mooie kakafonie van moderne en historische gebouwen. Wie beneden staat, heeft geen idee dat hier 183 panelen liggen die uiteindelijk voor een derde van de energie kunnen gaan zorgen van het werkpaleis. Voor de kerst moeten ze actief zijn. Dat Willem-Alexander ze wil, is dus nog geen uitgemaakte zaak. Het is niet zijn paleis, maar van ons allemaal. De Staat, of eigenlijk het Rijksvastgoedbedrijf is eigenaar en bepaalt. Gelukkig maar dat Willem-Alexander heeft doorgezet en zijn energie eraan heeft besteed, zodat ze alsnog hebben onderzocht wat er mogelijk is. Want het heeft voor zo’n eeuwenoud gebouw, met oude houten dakconstructies, best wat voeten in aarde gehad. Maar dan heeft Willem-Alexander dan nu wel de primeur: Paleis Noordeinde is daarmee het eerste monument van de staat dat zonnepanelen heeft gekregen. Maar Paleis Huis ten Bosch heeft geen platte daken. Zou Willem-Alexander een stuk tuin willen opofferen voor een zonneveld? Hij is in elk geval bezig met zonnepanelen op De Horsten, maar dat is natuurlijk zijn privédomein. Op Paleis Huis ten Bosch is hij niet – helemaal – de baas…

Geef een reactie